Toen mijn lichaam begon te vertellenStokken Uitademen Verslappen VerslikkenStarenUitdrogen Lachen RimpelenVerkleuren Oplopen UitvallenTerugtrekkenOp een dag begon mijn lijf tegen me te praten. Ze zei: “Jij beschermt me. Je beschermt me tegen kou, hitte, honger en dorst. Tegen het zien en ervaren van verdriet, angst en boosheid. Je probeert mij fit en jong te houden, mijn tere huid te zachten. Je ver-mijdt risico’s om mij geen zeer te doen. Je omarmt me”. “Maar,” ging mijn lijf verder: “Net als ik, ervaren alle lichamen hartelijkheid, een glimlach, een volle buik, een tevreden blik; als ook: handen te kort, onrust in de maag, trillende benen, lege ogen of knagende tanden”. “Zou je hen daarom niet net zo beschermen als dat je mij beschermt?”. Onder de loep AanspannenOntspannen Bootcampen Verbranden Rijden Trekken Zoenen ZwetenHuilen KnarsetandenDrinken Schrijven Tekenen LopenMijn lichaam ging verder en vertelde over alle onderdelen waaruit zij bestaat, van de kleinste cellen, tot een groot rond gezicht. Ze vertelde over handen en vele andere ledematen. Over elle-boog, pink, linker bil, kin en een geslachtsorgaan. “Ze zijn met veel en allen verschillend en uniek” zei ze. Ze vroeg waarom ik haar, ‘mijn’ lichaam dan toch als geheel beschouw en bescherm, ondanks dat ze uit 60 biljoen verschillende cellen bestaat? Terwijl ik erover nadacht dat er meer cellen in mijn lichaam zijn dan mensen op aarde ging mijn lijf verder: “Alle anderen, mens en dier, zijn ook verschillend en met veel. Zij willen beschermd worden, net als ik. Ik die bestaat uit velen, allen zo verschillend”. En ze vroeg me meer. “Waarom hoor ik bij jou?” “In welk onderdeel zit jij? In de rug? In het hart? Het hoofd? De linkerdij? In allen tegelijk?” Vallen Lopen Optrekken Billenschuiven KruipenTrekken Afzetten Glijden UitstrekkenPivoteren Vashouden Reiken Kijken Zuigen Aanspannen InademenToen vroeg mijn lijf: “Je voelt geen pijn als een ander hoofdpijn heeft, maar waarom beschermt jouw hand jouw voet wanneer jij je kleine teen stoot? Waarom verzorgt jouw hand jouw voet en jij de ander niet?” Een beeld vormde zich in mijn bewustzijn. Een beeld van duizenden armen, benen, hoofden; hangend in de lucht. Een beeld waarin mensen ledematen uitkiezen, ze in een winkel-mand stoppen, er in grote letters ‘van mij’ op schrijven. Waarin ze de winkel uit lopen en fysieke en mentale sensaties beginnen te voelen, via de handen en voeten en neuzen en kleine tenen in hun mandje. Via die handen en voeten en neuzen en kleine tenen die zij hebben gekocht en niet via die handen en voeten en neuzen en kleine tenen uit een andere winkelmand. “Waarom? Waar is dat goed voor?”